In Potato magazine 45 staat een artikel over de rassencommissie van Agrico. Maar wie zitten er nu eigenlijk in de rassencommissie? Op deze pagina maakt u kennis met twee leden uit de rassencommissie, Peter Könst en Paul Cryns.
Peter Könst (63) is samen met zijn broer Vincent eigenaar van Konst Research BV. In totaal werken er vier mensen in het veredelingsbedrijf in Nieuw Vennep (NH). De hoofdactiviteit van het bedrijf is het kweken van nieuwe aardappelrassen. De akkerbouwtak is daaraan ondergeschikt. Het akkerbouwbedrijf telt 35 hectare, waarvan 4 hectare in gebruik is voor de veredeling van aardappelen. De rest van het areaal is ten dienste van de aardappelveredeling en wordt beteeld met granen.
Kun je iets meer vertellen over jezelf en je bedrijf?
“De Haarlemmermeer was van oorsprong een agrarische polder, maar sinds ongeveer 30 jaar gaat de oprukkende verstedelijking ten koste van de agrarische activiteiten. Ons bedrijf is zo’n 27 jaar geleden verhuisd voor de uitbreiding van Hoofddorp. We konden toen gelukkig vrij snel een nieuwe locatie bij Nieuw Vennep vinden. Het is er prettig wonen, ik ben een westerling. Amsterdam en Schiphol liggen dichtbij en dat is qua logistiek heel handig. Je kunt wel zeggen dat ik ben mee veranderd met de Haarlemmermeerpolder.”
Altijd al aardappelkweker willen zijn?
“Ik loop al van jongs af aan met mijn vader mee. Mijn vader was één van de belangrijkste kwekers van Agrico; de rassen Kondor en Marfona zijn door hem gekweekt. Mijn opa was nog echt boer, mijn vader is hobbymatig begonnen met het kweken van aardappelen. Ik ben in 1985 in het bedrijf gekomen, en begin jaren 90 hebben mijn broer en ik het overgenomen."
Waarom ben je in de rassencommissie gegaan?
“Dit is voor mij de tweede keer dat ik in de rassencommissie zit. Ik zat er van 1994 tot 2006 in, nu ben ik weer lid sinds 2019. Beide keren ben ik door het bestuur van kwekersvereniging Solana gevraagd om in de rassencommissie te gaan. Binnen deze commissie geldt de afspraak dat er altijd een vertegenwoordiger van de grote(re) kwekers in zit en eentje namens de wat kleinere. Omdat er niet zo veel grotere kwekers zijn, is de keuze beperkt.”
Welke toegevoegde waarde heb jij voor de rassencommissie?
“Ik denk mijn kennis en ervaring: Ik loop immers al 45 jaar mee. Hoe zich dat uit? Ik weet ondertussen hoe de hazen lopen, ik ken de structuren binnen Agrico, de dochterbedrijven en Agrico Research heel goed. Door mijn ervaring heb ik heel wat materiaal voorbij zien komen. Als ik langs bakken met zaailingen loop, kan ik vrij snel inschatten wat een 8 waard is en welk monster een 4. Ook kan ik door mijn ervaring alle verzamelde gegevens over de zaailingen goed interpreteren, waardoor ik snel de juiste conclusies kan trekken.”
Zijn er rassen van jou op de Rassenlijst gekomen?
“Uit de tijd van mijn vader zijn Kondor en Marfona op de Rassenlijst gekomen, sinds mijn broer en ik het bedrijf hebben overgenomen, staan Vogue en Severina op de lijst. Daarnaast komt er een nieuw ras aan: Sivas. Dit ras is vorig jaar aangemeld voor de rassenlijst. Deze aardappel deed het als zaailing goed in Turkije, hij werd geteeld op een proefveld in de buurt van de Turkse plaats Sivas. Dat vond ik een mooie naam voor ons nieuwe ras.”
Op welke segmenten richt jij je vooral met je kweekwerk?
“Wij hebben een vrij groot een breed kweekprogramma, we kweken voor de retail, de traditionele markt en de verwerking.”
Wat voor ultiem ras zou jij nog een keer op de markt willen brengen?
“Een groot fritesras, de opvolger van Fontane. Vanwege de areaalgrootte is dit een grote wens. Tja, we zijn een bedrijf, en de schoorsteen moet wel roken. Wij moeten het hebben van de inkomsten van de royalty’s om ons kweekwerk te kunnen voortzetten.”
Paul Cryns (56) heeft samen met zijn vrouw een akkerbouwbedrijf in Swifterbant (FL). Het bedrijf telt 60 hectare, waarop de pootaardappelteelt de hoofdtak is. De rassen die hij teelt, zijn Agria, Babylon, Spectra, Meryem, Napoleon, Arizona en Lugano. De veredeling van nieuwe aardappelrassen neemt een kleine plek in in het bedrijf.
Kun je nog iets meer vertellen over jezelf en je bedrijf?
“Alle rassen die we telen, telen we voor Agrico. Het veredelen van nieuwe rassen is maar een klein onderdeel van ons akkerbouwbedrijf. Deze tak is ontstaan nadat mijn vrouw en ik begin 2010 een aardappelveredelingscursus hebben gevolgd. Niet met het idee om een groot kweekbedrijf te starten, maar puur vanuit onze gezamenlijke interesse hierin, gewoon om te kijken of ook wij hier een bijdrage aan kunnen leveren. We zaten met ons bedrijf al in de pootaardappelketen en met de veredeling van nieuwe rassen pakken we nu de stap vóór de teelt er bij. Je kweekt wat, je plant wat en dan is het uiteindelijk toch een verrassing wat er uit de grond komt. Dat is voor ons het mooie van dit vak. Een zaailing moet er voor ons echt uitspringen. Zo niet, dan gaan we er niet mee verder.”
Altijd al aardappelkweker willen zijn?
“Ik ben akkerbouwer met interesse in het kweekwerk. Die interesse is er altijd geweest, maar die was niet zo groot dat het mijn grote droom was. De veredelingscursus kwam op ons pad. We hoeven niet onze boterham te verdienen met de veredeling. Het is al een eer als er een ras van ons op de Rassenlijst komt. We vinden het gewoon leuk om er bij te doen. En we doen het echt samen. We zeggen wel eens tegen elkaar: we kijken er met vier ogen naar.”
Waarom ben je in de rassencommissie gegaan?
“Mijn vrouw en ik zijn lid van Solana, en van daaruit ben ik gevraagd om lid te worden van het bestuur van Solana. Daar zat dan wel gelijk aan vast dat ik een jaar later ook zou worden voorgedragen voor de Rassencommissie. Zo ben ik er eigenlijk ingerold.”
Welke toegevoegde waarde heb jij voor de rassencommissie?
“Naast kweker ben ik ook pootaardappelteler. Ik kijk daarom met boerenogen naar de zaailingen. Het potentiële nieuwe ras moet voor een pootaardappelteler interessant zijn. Ik denk dat ik wel goed in beeld heb welke eigenschappen een gemiddelde pootaardappelteler in een nieuw ras wil zien. Als ik met de Rassencommissie op bezoek ga bij buitenlandse proefvelden praat ik ook altijd met de telers van aardappelen in dat land. Daar leer ik ook weer van.”
Zijn er rassen van jou op de Rassenlijst gekomen?
“Ik heb nog geen rassen op de lijst gehad. Maar tijdens de vergadering van de rassencommissie in november is besloten dat er een zaailing van ons kweekwerk op de Rassenlijst komt. En daar ben ik heel blij mee.”
Op welke segmenten richt jij je vooral met je kweekwerk?
“Wij hebben een klein kweekprogramma waarmee we ons vooral richten op de verwerkende industrie of chips. Mijn vrouw vindt de specialty’s leuk, ze vindt het geweldig om bijvoorbeeld een paarse aardappel te maken. Maar ja, die kun je niet overal kwijt. Zo’n aardappel zal dan ook nooit groot worden. Maar het is wel heel leuk om zoiets op het proefveld te hebben en er mee te kweken.”
Wat voor ultiem ras zou jij nog een keer op de markt willen brengen?
“Een ras met verschillende resistenties, zoals tegen Phytophthora, nematoden en Y-virus. Een ras met hoog tal, maar ook geschikt voor de verwerkende industrie. Dat is iets waar pootaardappeltelers op zitten te wachten, maar waar ook een afnemer prima mee uit de voeten kan.”