Op het erf van - Reint Risseeuw

Zoeken naar juiste watergift met nieuw bassin in Zeeland
Om zijn gewassen ook in droge seizoenen aan de groei te krijgen en te houden, heeft Reint Risseeuw in het Zeeuwse Schoondijke eind vorig jaar een bassin aangelegd. De biologisch-dynamische akkerbouwer hoopt hiermee ook zijn aardappelen in het voorjaar een goede start te geven. Al is het in eerste teeltjaar wel een beetje zoeken naar de juiste gift op het juiste moment.
Op een zomerse ochtend in juni loopt Reint Risseeuw over het zandpad achter zijn akkerbouwbedrijf. Ondanks het feit dat het nog ochtend is, is de warmte van de zon al goed voelbaar. Het pad toont de diversiteit op zijn bedrijf, een breed scala aan gewassen spreidt zich uit langs deze weg: sterk geurende salie, opkomende winterwortelen waarin drie jongeren aan het schoffelen zijn, en bloeiende luzerne waar witte vlinders dartelend boven vliegen.
Reint kan hier zichtbaar van genieten. “Ik vind die afwisseling leuk.” Een mooie bijkomstigheid is dat die diversiteit ook wordt gezien door passerende fietsers. “Veel mensen stoppen om naar mijn talrijke gewassen te kijken en dan ga ik graag met hen in gesprek. Ik vind het belangrijk om die interactie met burgers te hebben. Ook daar haal ik voldoening uit.”
Brak grondwater
Aan de achterkant van één van zijn percelen heeft Reint in oktober 2024 een bassin van 1,2 hectare aangelegd, zodat hij ook in droge en hete tijden voldoende water tot zijn beschikking heeft voor zijn gewassen. In Zeeuws-Vlaanderen is het grondwater brak, waardoor beregenen met oppervlaktewater niet aan de orde is. Waar in andere gebieden in Zeeland nog zoetwaterbellen in de grond zitten, is dat rond Schoondijke niet het geval.
Het bassin zelf valt vanaf een afstandje nauwelijks op, hij valt min of meer weg in het landschap. Reint beschouwt dat als een compliment. “Ik heb bewust gekozen voor een laag bassin met een groene aarden wal er omheen.” Door de droogte zijn het gras en de grasklaver nog niet helemaal goed opgekomen, terwijl verschillende onkruidsoorten de droogte juist goed hebben doorstaan. “Volgend jaar zal de rand ongetwijfeld egaler groen zijn.” Voor het maaiwerk wil hij schapen inzetten. “Dan heb ik ook niet veel werk aan het onderhoud.”
Eenden
“Het is mijn eerste teeltseizoen, dus het is nog een beetje zoeken met de juiste hoeveelheden.” Het bassin, goed voor 33.000 kuub water, is medio juni nog voor tweederde deel gevuld. Een koppeltje eenden zwemt rustig in het water en te zien aan de hoeveelheid ontlasting op de rand van het bassin zijn ze hier met grote regelmaat te vinden. De eenden wegjagen doet Reint niet. “Nee hoor, ik vind het wel mooi dat ze hier zijn.”
Reint teelt op goede, zeer opdrachtige grond. Maar door het vroege zaaitijdstip van een groot deel van zijn gewassen hebben deze het in een droog voorjaar lastig. “We zaaien veel al medio mei. Nu hebben we gelukkig een paar keer een bui gehad, daardoor zijn de gewassen goed bovengekomen.”
De aardappelen heeft hij tot medio juni twee keer beregend. Of dat genoeg is, zal moeten blijken. “Het is voor mij nog allemaal nieuw, we moeten zien hoe het gaat en wat er straks afkomt aan oogst.”
Certificaten
De biologisch-dynamische akkerbouwer heeft een breed scala aan certificaten en keurmerken voor zijn afzet, onder meer Demeter, Skal, GlobalG.A.P. en AH-DLL GROW. De afzet van zijn aardappelen verloopt via de pool van Agrico BioSelect. Een aparte pool voor biologisch-dynamische aardappelen is er niet, maar Reint krijgt wel een toeslag via zijn Demeter-label.
De aardappelen hebben aan de basis kippenmest meegekregen. “Op onze grond hebben de aardappelen een snellere start nodig. Daarom is kippenmest beter, dat geeft een piekje in de stikstoftoepassing.”
Bij de bemesting is Reint nog wat zoekende. “Ik mag maximaal 112 kg stikstof per hectare aardappelen toedienen, maar daar zit ik nog niet aan. Maar met hoeveel minder kan het? Een wat schraler gewas is voor de kilo’s niet altijd gunstig, misschien hardt het dan juist wel sneller af? Of is een schraler gewas juist sneller droog door de wind, waardoor Phytophthora minder kans heeft om toe te slaan? Ik weet niet of het zo is, maar ik vind het wel een mooie gedachte.”
De boerderij van Reint telt circa 100 hectare. Daarnaast runt hij samen met een biologisch akkerbouwer een boerderij in de nabije omgeving, die zij op biologische wijze runnen.
Voldoende medewerkers
Het lukt Reint nog altijd goed om de grote arbeidsvraag op zijn bedrijf rond te zetten. “Gelukkig heb ik voldoende mensen die hier willen werken. Ik heb twee vaste medewerkers en er zijn altijd wel scholieren en studenten die hier aan de slag willen. Momenteel heb ik twee stagiaires, waaronder één van de Warmonderhof. Daarnaast heb ik een groep Poolse medewerkers.” Zij wonen in appartementen die zijn gebouwd in de oude schuur van de boerderij.
Eén Poolse medewerker, Pawel, is inmiddels een vaste kracht geworden en woont met zijn gezin in het nabijgelegen Schoondijke. “Dat was het begin wel even spannend: heb ik het hele jaar door wel voldoende werk voor hem? Maar dat bleek uiteindelijk helemaal geen probleem.”
Ook de vader van Reint is nog vaak op de boerderij te vinden, al zit hij niet meer in het bedrijf. In 2020 hebben zijn ouders een stapje terug gedaan. “Nu run ik de boerderij in maatschap met mijn vrouw.”
“Ik vind het prettig om open en eerlijk te zijn over Phytophthora.”
Twister, Jacky en Levante
Reint teelt in een rotatie van 1:8. Voor Agrico teelt hij de rassen Twister, Jacky en Levante. Daarnaast verbouwt hij rassen voor andere handelshuizen.
Door de hoge Phytophthoradruk in de afgelopen twee jaar zijn de aardappelen ook bij hem niet vrij gebleven van de schimmelziekte. “De Twister hield het wel lang vol, maar toen de tolerantie van deze sterke rassen eenmaal doorbroken was, liep het ook daar in.” Met als gevolg dat hij zijn aardappelen vroegtijdig heeft moeten branden.
Lagere opbrengsten
De opbrengsten waren vorig jaar met 20 tot 25 ton netto per hectare wat lager dan in andere jaren, maar erg ontevreden is hij niet. “Normaal zit ik op 30 tot 35 ton. Dus in feite was het nog niet eens zo slecht.”
Zodra Reint een Phytophthora-aantasting vindt in één van zijn percelen meldt hij dit bij de buren. Hij merkt dat zijn collega-telers dit waarderen. “Het is ook een kleine moeite”, zegt hij bescheiden. “Ik vind het prettig om open en eerlijk te zijn over Phytophthora.”
Spanningsveld
Natuurlijk is er altijd wel een soort spanningsveld over de vraag tot wanneer een aantasting in het veld acceptabel is, is zijn ervaring. “Mijn gangbare buren zullen daar anders in staan dan ik. Maar daar moet je met elkaar over kunnen praten”, vindt hij. “Een zelfde soort discussie kun je hebben over het spuiten van gewasbeschermingsmiddelen bij een bepaalde windkracht: tot wanneer vind je dat het kan.” Ook dit soort gesprekken heeft hij wel gevoerd met zijn collega’s uit de regio. “En ook hier merk je dat er sprake is van een grijs gebied.”
Tot problemen heeft het nog niet geleid. “Mijn gangbare collega’s zien dat het hier goed verloopt. Zijn er besmettingen dan pak ik die op. Ik heb er tenslotte ook niets aan als mijn aardappelen onder de Phytophthora lopen. Gelukkig hebben we de ervaring dat Phytophthora in onze regio qua druk meestal niet heel hoog oploopt.”
Bedrijfsgegevens
Reint Risseeuw heeft in maatschap met zijn vrouw Eliza een biologisch-dynamisch akkerbouwbedrijf bij Schoondijke (ZL). Het bouwplan bestaat uit consumptieaardappelen, wortelen, rode bieten, plant- en zaaiuien, pompoenen, cichorei, suikermaïs, grasklaver, droge bonen, salie, granen en luzerne. De boerderij omvat circa 100 hectare. Reint boert op zeeklei met een afslibbaarheid van 30 tot 40%. Zijn ouders teelden al biologisch. Na zijn studie aan de Warmonderhof in Dronten, de beroepsopleiding voor biologische land- en tuinbouw, is Reint overgeschakeld naar de biologisch-dynamische teelt.