Op het erf van - Gerald en Arjan Maters

Header Website Potato Magazine (4)

We zien echt de meerwaarde van goed uitgangsmateriaal

In het noordelijkste puntje van Nederland, net boven Zoutkamp, runnen de broers Gerald en Arjan Maters hun Groningse akkerbouwbedrijf. Samen groeiden ze op in het familiebedrijf dat hun opa in 1968 in Niekerk was begonnen. Door ziekte van hun oom en later van hun vader kregen ze al op jonge leeftijd de verantwoordelijkheid voor het familiebedrijf Maters. Ze zetten de schouders eronder en breidden het bedrijf verder uit.

Terugblikkend op een goed seizoen vertellen de broers over hun moeilijke start. “We kijken er met een dubbel gevoel op terug”, vertelt Gerald. In 1998 viel hun oom uit door ziekte. Fysiek kon hij het werk niet meer doen, maar tot 2011 nog wel het computerwerk. Hij was de denker, die ging over het bouwplan, de planning en de financiën van het bedrijf. Hun vader was meer van de technische kant. “Die verdeling hebben mijn broer en ik nog steeds”, vertelt Gerald. “Waar ik theoretisch ben, is Arjan heel praktisch en technisch. Dat vult elkaar heel goed aan in dit werk.”

Toen hun vader in 2007 ziek werd, kregen ze al veel  verantwoordelijkheid voor het familiebedrijf terwijl ze nog met hun opleiding bezig waren. Arjan zat in het laatste jaar van MBO Akkerbouw, loonwerk en monteur. Gerald zou net beginnen aan zijn opleiding aan het Van Hall Instituut in
Leeuwarden. Naast hun opleiding werkten ze in het bedrijf, om het in 2012 volledig over te nemen. “Je leert wel heel snel als je op zo’n jonge leeftijd al verantwoordelijk wordt voor grote beslissingen”, zegt Arjan. Gelukkig kregen ze veel hulp, vult Gerald aan: “De buitendienst van Agrico was heel
belangrijk voor ons. En ook de keurmeester van de NAK en de leverancier van de gewasbescherming hebben ons in die
periode erg goed geholpen.”

Foto Next Generation Website (1200 X 627 Px)
Foto Next Generation Website (1200 X 627 Px) (1)

Betrokken coöperatielid
Al tijdens zijn opleiding kwam Gerald door studiegenoten met bestuurswerk in aanraking. Zo deed hij bestuurswerk bij het Groninger Agrarische Jongeren Kontakt en was hij voorzitter van het Agrico Jongerencollege. “Binnen Agrico leer je veel
hoe dat van binnenuit werkt. Dat is super interessant. Dat krijg je vanaf je bedrijf toch minder mee over zaken die in de coöperatie spelen. Ik heb er veel vrienden gemaakt en veel ervaringen gedeeld, die je ook weer meeneemt naar je eigen bedrijf. Dat is gewoon heel leuk aan zo’n netwerk."

Bouwplan
Op dit moment telen de broers veel aardappelen van het ras Fontane. Van de in totaal 100 hectare pootgoed, beslaat dit ras ongeveer 30 hectare. Gerald: “Die doet het op onze grond heel erg goed. Verder hebben we nog de Agrico-rassen
Agata, Arizona, Levante, Paradiso, Prince en de vrije rassen Spunta en Agria. Eigenlijk te veel rassen vind ik. Het is makkelijker en efficiënter om met grotere blokken te werken. Maar soms wil je ook wel eens wat nieuws proberen.”

Om het risico van alleen aardappelen te spreiden zijn de broers de afgelopen jaren uien erbij gaan doen. Op 30 hectare telen ze eerstejaars plantuien, sjalotten en rode uien. “De uien doen het de laatste jaren erg goed”, verklaart Arjan. “Zelfs beter dan aardappelen. De kostprijzen zijn fors gestegen en de prijzen voor graan en uien gaan wel mee omhoog, maar voor aardappelen blijft dat wat achter. Als dit de komende jaren weinig gaat stijgen, moeten we ons wel zorgen gaan maken.” Wat Gerald betreft komt dat wel goed,
dankzij de ondersteuning van Agrico: “Het prijsniveau moet omhoog om de kosten goed te maken. Agrico en de partners doen daarin echt wel goede zaken. Tijdens het  jongerencollege zag ik ook dat we heel sterk zijn in relaties met onze afnemers. Wel moeten we met elkaar ervoor zorgen dat de slechte kwaliteit eruit gaat en dat we 100 procent alles kwijt raken. Onze organisatie is daarvoor
momenteel goed uitgerust. Er is geen handelshuis bij, die zo sterk is als Agrico. Daar ben ik van overtuigd. Maar er moet
wel een tandje bij!”

Schaalvergroting
In de ruim 10 jaar dat de broers nu hun familiebedrijf runnen is het in omvang verdubbeld. Ze investeerden veel in grond,
machines en gebouwen. Maar het is volgens Gerald wel opletten geblazen: “De schaalvergroting vraagt meer en we
hebben daardoor ook meer opbrengsten nodig. Alles wordt duurder, en dan komt ook nog nieuwe regelgeving op ons af.”

We bleven toen nieuwe miniknollen aankopen en weer nieuwe lijnen uitzetten. Agrico-buitendienstman Ties Oosterhuis heeft ons heel goed geholpen om hier weer goede pootgoedlijnen neer te zetten. Toen kregen we alles weer op de rit. En zitten we bijna op het niveau waar we willen zitten om ook weer maximaal S-kwaliteit pootgoed uit te kunnen leveren. Van een heel diep dal hebben we met elkaar weer
een groeiend bedrijf neergezet! We hebben de flow goed te pakken...” 

Inspiratie van vorige generatie
Grote inspiratie voor de broers zijn hun vader en oom. ‘Wat je aanpakt moet je direct goed aanpakken. En klaar zijn voor de toekomst!’ waren gevleugelde uitspraken. De broers zijn trots dat de vorige generatie altijd vooruit heeft gedacht. Ze investeerden in grond en gebouwen, zoals in de sorteerbunker waar ze nu 35 jaar laten nog dankbaar gebruik van maken. Waar zetten ze zelf op in voor de toekomst? Voor de broers blijft uitgangsmateriaal voorop staan. Arjan: “Daar zien we echt de meerwaarde van in, want dat is toch wel specialistisch werk. Qua schaal willen
we blijven groeien, maar qua werk willen we eigenlijk niet nog drukker worden. Dus zullen we verder moeten automatiseren. Of misschien komt er nog een keer een goeie man bij, die ook werk van ons kan overnemen. Daar wordt het wel makkelijker van. Er komen eerder minder, dan meer boeren. Dus die schaalvergroting komt er wel.”

Samen ondernemen
Samen zijn de broers een sterk team. Ze doen elk hun eigen ding in het bedrijf, maar vinden het ook heel leuk om samen
te ondernemen. Op administratief gebied heeft het familiebedrijf het goed geregeld. “Onze moeder Froukje doet nog heel veel administratiewerk. Dit deed ze ook altijd al in de tijd dat mijn vader en oom het bedrijf hadden. Dat geeft ons veel rust om te ondernemen”, zegt Gerald. Hij moet lachen: “Bij het leeswerk hebben we haar de laatste jaren wel wat minder gezien, sinds we een optische sorteerder hebben.”

Kentering van moeilijke jaren
De broers zijn opgevoed met de stammenteelt. Hun oom en vader waren eigenwijs genoeg om alles zelf te willen doen. De stammenteelt heeft op een gegeven moment plaats gemaakt voor de miniknollen. “Die hebben we zelfs nog in onze eigen kas geteeld”, zegt Arjan. Gerald is trots op wat de broers samen hebben bereikt: “We hebben heel slechte jaren gehad toen onze oom ziek werd. In die jaren verloren we kwaliteit. Rond 2005 kenterde dat en ging de kwaliteit weer omhoog. Alleen toen werd vader ziek en kregen we eigenlijk datzelfde probleem weer. Dat is ook echt wel een dure tijd geweest.