Op het erf van - Mts. Binnema

Mts. Binnema

Maatschap Binnema is klaar voor de toekomst

Eline

Met de bouw van een nieuwe bewaarloods en twee zoons in de maatschap is akkerbouwbedrijf Binnema uit het Groningse Eenrum klaar voor de toekomst. Het bedrijf is volledig ingericht op de teelt en verwerking van pootaardappelen. "Wij zijn echte aardappelmensen", zegt Dirk Binnema.

Het is een gure dag in februari als Dirk Binnema met zijn zoons Hans Pieter en Dirk Jan een rondgang maakt over het akkerbouwbedrijf. Een waterig zonnetje probeert er nog iets van te maken, maar moet het afleggen tegen de  laaghangende bewolking.

Next Generation Maas (2)

Op het erf van de familie Binnema is in het afgelopen decennium het nodige veranderd. De ondernemers hebben in 2017 van twee bewaarschuren uit de zeventiger jaren het dak vervangen en de zijwanden en het dak verhoogd, waardoor er één grote en goed geïsoleerde werkruimte is ontstaan. Dirk: “Het is nu een praktische schuur. In de oude situatie zaten we voortdurend met de kisten tegen de lage zijwanden aan, nu kunnen we de kisten hoog stapelen.”

Laaddock
Dwars op deze schuur is in 2012 aan de achterkant een nieuwe schuur gebouwd. Vorig jaar kwam daar nog een nieuwe bewaarloods bij, voorzien van vijf koelcellen voor circa 2.700 ton. De cellen zijn voorbereid op de bewaring van uien, maar de Binnema’s verwachten dat er voornamelijk pootaardappelen zullen worden bewaard. Met de plannen voor de bouw van deze schuur kwam ook de wens voor een laaddock voor vrachtwagens naar voren. “Het kost wel enige ruimte op het erf, maar in onze situatie kon de laaddock tussen de schuren worden geplaatst, waardoor deze minder erfruimte in beslag neemt. We waren er bij de uitbreiding van het bedrijf met z’n drieën over eens dat deze er moest komen.”

Zoon Hans Pieter vult hem aan: “Je kunt makkelijk een vrachtwagen laden; je kunt zo met de heftruck naar binnen rijden.” Dirk Jan benoemt nog een voordeel. “Ook bij slecht weer kun je droog laden.” De laaddock is zelfs voorzien van  vloerverwarming, zodat vrachtwagens in tijden van sneeuw en vorst probleemloos kunnen laden of lossen.

Het bedrijf, op een steenworp afstand van Eenrum, is volledig ingericht voor de opslag en verwerking van pootaardappelen. De machines stalt de maatschap op een andere locatie, op zo’n 2 kilometer afstand. Dirk is blij met deze extra ruimte. “Ik houd er niet van om onze machines buiten te laten staan.” Bovendien geeft dit de mogelijkheid om de pootaardappelen op één locatie op te slaan. “En hoeven we in de winter geen aardappelen te verplaatsen.”

Binnema (1)

Regenwater opvangen
Achter de schuren staat een grote donkergroene tank waar vanuit verschillende kanten regenpijpen in uit komen. “We kunnen geen oppervlaktewater gebruiken vanwege bruinrot, en de druk in het leidingwatersysteem is te laag. Met het water dat we opvangen in deze tank kunnen we bespuitingen uitvoeren in alle gewassen”, legt Dirk uit.

Ook op andere manieren is gewerkt aan verduurzaming. Op de schuur uit 2012 ligt een dubbel dak. De lucht tussen beide daken warmt op, deze warme lucht kan worden gebruikt voor het drogen van de aardappelen. Daarnaast wekken de ondernemers elektriciteit op via zon en wind, waardoor het bedrijf zo goed als energieneutraal is.

Groei in areaal pootaardappelen
De nieuwe bewaarschuur was aanvankelijk op de groei gebouwd, maar het lijkt er nu al op dat die extra ruimte komend bewaarseizoen volop benut gaat worden. “We hebben er aardappelland bij kunnen huren en ook nog wat land aangekocht. Hierdoor groeien we dit jaar iets meer in het areaal pootaardappelen”, vertelt Dirk. De wens om nog wat verder door te groeien is er bij alle drie. Maar alles wel op zijn tijd, vindt Dirk Jan. “Ik doe liever 90 hectare goed, dan dat we een groter areaal hebben met afkeuringen.” Ook qua mechanisatie is er nog ruimte voor groei. “Onze rooier kan nog wel wat meer aan.”

De enige beperkende factor wordt wellicht arbeid. Dirk: “We kunnen de selectie van de pootaardappelen nu met drie man rondzetten. Daarvoor hebben we bewust gekozen voor het telen van hoge klassen en niet lang doorvermeerderen.”

Rassen met hoge virusresistentie
Ook telen de akkerbouwers bij voorkeur rassen met een hoge virusresistentie. Die keuze heeft als bijkomend voordeel dat er in principe minder gespoten hoeft te worden met insecticiden.

De virusontwikkeling baart hen wel zorgen. De virusdruk was afgelopen jaar, mede door de weersomstandigheden, al vroeg hoog. Dat maakt dat de telers ook vroeg in het groeiseizoen alert zijn. “We beginnen al vroeg met de selectie”, zegt Hans Pieter. 

“Daarmee moet je de eerste slag slaan, wil je virus de baas blijven.” De Binnema’s zijn er graag vroeg bij. Dat begint al in het voorjaar waarin ze proberen zo vroeg mogelijk aan de gang te kunnen. 

“Zodra de grond klaar is, gaan we er op.” Ook bij de oogst wachten ze niet langer dan nodig. Hun motto is: de pootaardappelen moeten voor 1 oktober uit de grond zijn. “Als je er bij kunt, moet je die kans grijpen. Niet onnodig wachten”, meent Dirk.

Laatste pootaardappelen sorteren
De Binnema’s en hun vaste medewerker zijn in februari bezig met het sorteren van pootaardappelen, het gaat om de laatste partijen. Het sorteerseizoen is best vlot verlopen, vindt Dirk. “Al waren de partijen wel wat fijner en zaten er wat meer kluiten in.”

De sorteerinstallatie is niet meer de jongste. “Dertig jaar oud”, vertelt Dirk. “De bunkers zijn zelfs al vijftig jaar oud, maar deze houden zich nog goed. Aankomend seizoen wordt er een installatie van Flikweert ingebouwd die een hogere capaciteit en een betere kwaliteit geeft”, zegt Dirk Jan. Er zijn wel wensen voor een nieuwe (optische) sorteerinstallatie die wordt ingebouwd in de nieuwe
schuur, maar concrete plannen daartoe liggen er nog niet.

Binnema

‘Echte aardappelmensen’
Naast aardappelen telen de Binnema’s uien, bieten en graan, maar hun hart ligt bij de aardappelen. “We zijn echte aardappelmensen, al heel lang. Het is een mooi gewas om te telen”, vindt Dirk. Daarnaast maakt ook de financiële kant het gewas interessant voor de ondernemers. “De aardappelen moeten het doen, de andere gewassen leveren momenteel niet zo veel op. De vraag naar aardappelen blijft goed, de wereldbevolking groeit en mensen zullen toch blijven eten. De fritesindustrie is booming.” Dirk Jan vult hem aan: “We zijn als bedrijf volledig gespecialiseerd in pootaardappelen; niet alleen qua mechanisatie en bewaring, maar ook onze eigen kennis is daar het meest op gericht.”

Vorig jaar zijn de akkerbouwers begonnen met de teelt van miniknollen. Dirk: “We hebben toen het ras Rudolph geprobeerd.” De akkerbouwers hebben hier goede ervaringen mee opgedaan. Dit jaar schalen ze het areaal miniknollen op, zodat er minder selectiewerk is en ze hogere klassen kunnen afleveren.